En zo is het altijd iets. Ik was ècht van plan om nog eens iets te schrijven en ik had daarvoor tijd uitgetrokken na Koppen. Dat was buiten De Laatste Show gerekend. Meestal kan je tijdens dat programma nog wel andere dingen doen maar vanavond bleek de hele show zich in het Mechelse dialect af te spelen. Yves Desmet, Gunther Neefs (die tot mijn verbazing nen toffen blijkt te zijn) en Mark zelf spraken alleen maar Mechels en dat deed mij het volledige programma geamuseerd toekijken zonder dat ik één letter op mijn Travelmate schreef. Van mij mag de Mark elke week zo’n show in het dialect doen.
Maar wat ik dus eigenlijk wilde schrijven:
Ik speel de hele maand december nog eens op de lotto, samen met Marc en met Petra, een collega van de klantendienst die we bij ons vertrek naar de andere dienst met een beetje pijn in het hart hebben achtergelaten. Tot nu toe nog geen prijs gehad, maar we hebben nog een paar kansen volgende week.
Eén van de aangenamere kanten van het lottospelen is het hoge what if-gehalte. Wat zou ik allemaal doen als ik de grote pot won? In mijn gedachten spreek ik dan wel over een decadent grote pot, eentje van ettelijke miljoenen euros dus.
Ik zou dan bijvoorbeeld natuurlijk mijn onverwachte luxe delen met enkele van mijn naasten, waaronder mijn ma en mijn zus, mijn schoonzus, en mijn ex. De Marc zou ik niets moeten geven, want die speelt samen met mij en zou dus ook samen met mij supermiljonair worden.
Bijvoorbeeld ook zou ik Forest kopen of op zijn minst een donatie doen zodat die mannen met een gerust hart de toekomst tegemoet zouden kunnen gaan.
En ik zou mij een iPod kopen, liefst eentje van de 4de generatie. Zodat ik eindelijk weer eens wat van muziek zou kunnen genieten, want dat schiet er iets teveel bij in de laatste jaren.
Ik zou mij een zendvergunning kopen in de Kempen (in de omgeving van Geel ofzo) en de concurrentie daar een poepje laten ruiken en ze betaald zetten voor wat ze ons in de vorige eeuw gelapt hebben.
Bijna zeker zou ik de rechtmatige eigenaar van de naam Maeva enige miljoenen in de handen stoppen en hem zeggen: “Rudy, beloof mij dat ge die naam nooit of nooit meer gebruikt of laat gebruiken voor iets wat naar radio ruikt!”
Oh ja, hoe kon ik het vergeten: ik zou stoppen met werken op het fijne kabelbedrijf. Ik zou stoppen met wèrken. Werken is synoniem met iets doen waarvoor je betaald wordt en wat je niet zou doen zonder dat je ervoor betaald wordt. Een mens is daar niet voor gemaakt. Pas op, ’t zijn best fijne mensen daar op het bedrijf, en ik zou ze wel allemaal eens ruim trakteren en zo, maar stoppen met werken zou ik doen, oh ja. Geen files meer voor deze miljonair.
En ik zou twee radio’s beginnen. Een kleintje in Waasmunster, waarvan ik de zender zou aansluiten op mijn iPod zodat ik overal in dit leuke dorp mijn eigen muziek zou kunnen horen. En een grote die tot aan de landsgrenzen te ontvangen zou zijn. En ik zou pakweg Jeroen Gorus een riant voorstel doen en hem carte blanche geven om zijn ochtendshow te doen (zolang het maar op zijn Circus Gorus zou lijken). Ik heb de Jerre al een paar keer gehoord op Donna en echt sensationeel is het niet meer.
Heel waarschijnlijk zou ik ook politici omkopen om een aantal dingen te laten verbieden die het leven zonder lottomiljoenen op dit ogenblik minder fijn maken. Kerstmarkten met duizenden mensen op de Groenplaats. Loslopende honden op de dijk in Hamme. Sportwinkels in Kortemark. Comment spam op weblogs. Véronique De Kock. Van die plastieken Kerstmannen die overal aan de huizen hangen tegenwoordig. Poedels met een frakske. Zatte mensen die hun naasten verdriet bezorgen. Enfin, dat soort dingen dus, ik noem maar wat.
Het zou natuurlijk ook kunnen dat ik gewoon zou doen wat ik als kleine jongen al bedacht toen ik fantaseerde over winnen met de lotto. Ik zou dan namelijk mijn hele gewonnen fortuin uitgeven aan nieuwe lotto-biljetten. Een echte gokker schuilt diep in mijn hart. Maar wel een lepe. In mijn fantasie help ik wel eens een oud, strompelend vrouwtje de straat over, waarna ze mij beloont met ge moogt één wens doen want ze blijkt een goede fee te zijn. En al zolang ik het me herinner, antwoord ik in die fantasie dan elke keer: “Madame, ik wens dat ik oneindig veel wensen mag doen”.
Ongebreidelde wensen zijn natuurlijk een stuk beter dan ongebreidelde miljoenen. Want met miljoenen maak je niemand ècht gelukkig zonder meer, herstel je geen gebroken relaties, maak je geen doden weer levend (in een andere fantasie krijg ik soms een telefoontje van een vertrouwde stem die zegt maar onnozelaar toch, het was maar om te lachen) en draai je de tijd niet terug. Dat zijn dingen die je enkel met wensen kan.
Of ik met die grote miljoenenpot in mijn kluis zelf nog radio zou doen? Waarschijnlijk wel. Een mens met miljoenen moet toch ook iets doen in het leven, en dan kan je beter iets doen wat je graag doet. En aangezien Marc even rijk zou zijn als ik, is de kans niet uitgesloten dat we Zondag Zondag zouden doen voor een groter publiek. We zouden verder ongetwijfeld weer samen een radio beheren. We hebben dat ooit al gedaan in Herentals, en naar die tijd heb ik toch wel vaker wèl dan niet heimwee. Wààr die radio zou zitten, speelt niet echt een rol in mijn miljoenenfantasie. Met een helicopter ben je snel ter plekke tegenwoordig.
Ik moet stoppen en gaan slapen. ’t Is net 24 december geworden en over minder dan zes uur kom ik mijn bed uit voor de laatste werkdag van deze week. En ik heb de indruk dat het nog een speciale dag is ook. Overal lichtjes en van die bomen met ballen in, dat moet toch iets betekenen? Wat je ook van plan bent, maak je niet te druk. Ook lichtjes en bomen met ballen gaan voorbij.
(Geplaatst op: 24 december 2004)